Aartsvaders van de democratie: De federalist

Dit artikel verscheen in De Republikein van december 2011

Door Matthijs Rooduijn

Hoe maak je een samenleving waarin iedereen vrij en zonder angst voor lijf en leden kan leven? En hoe zorg je ervoor dat zo’n bestel ook schokbestendig is? Daarover hebben heel wat grote geesten zich gebogen. Zoals de Fransman Jean Monnet.

Het gaat, om het eufemistisch te stellen, niet bepaald lekker met Europa. We zijn nog maar net bekomen van de bankencrisis die in 2008 om zich heen greep, en zitten nu alweer midden in een eurocrisis. Zoals we allemaal weten is deze crisis begonnen bij de Grieken, die met hun onverantwoordelijke economische beleid niet alleen onheil over zichzelf hebben afgeroepen, maar de hele eurozone in gevaar hebben gebracht. Het grootste gevaar komt op dit moment echter al lang niet meer uit Athene, maar uit Rome. Een Grieks failliet kan de eurozone nog wel te boven komen, maar de val van Italië ‒ de op twee na grootste economie van de eurozone ‒ zal hoogstwaarschijnlijk het einde van de euro betekenen.

De oorzaak van deze explosieve situatie is dat de economische en de politieke integratie van Europa geen gelijke tred met elkaar hebben gehouden. De economische eenwording heeft zich razendsnel voltrokken. Zoals nu maar al te duidelijk blijkt, is het economische web van Europa inmiddels zo dicht verweven dat van ontwarring bijna geen sprake meer kan zijn. De klap op de vuurpijl is natuurlijk de euro: één gemeenschappelijke munt voor alle leden van de eurozone. De politieke integratie staat daarentegen eigenlijk nog in de kinderschoenen. Oké, we hebben een Europees Parlement, een Europese Commissie, een Europese Centrale Bank en een Europees Hof van Justitie. Maar vrijwel alle politieke beslissingen worden uiteindelijk toch nog altijd door de afzonderlijke lidstaten genomen.

Het grote probleem van deze mismatch tussen economische en politieke integratie is dat we nu opgezadeld zitten met een situatie waarin allerlei ingewikkelde regels nodig zijn om de Europese economie en de muntunie in goede banen te leiden, maar waarin er geen supranationale instantie is die de lidstaten van de eurozone kan dwingen zich aan deze economische afspraken te houden.

Wereldburger

Door de crisis raken Noord- en Zuid-Europa steeds verder van elkaar vervreemd. Veel Noord-Europeanen zien steeds minder heil in het pompen van grote hoeveelheden euro’s naar Zuid-Europa. Waarom moeten Nederlanders en Duitsers betalen voor het economische wanbeleid van landen als Griekenland, Italië en Spanje? Burgers in de getroffen landen, en dan met name Griekenland, vinden dat zij de dupe zijn geworden van hun corrupte politieke en economische elites. Zij pikken het niet langer dat Noord-Europese landen hen tot vergaande bezuinigingsmaatregelen dwingen waar onschuldige burgers uiteindelijk de dupe van worden. Er wordt inmiddels al gespeculeerd over de splitsing van de euro in een ‘neuro’ voor het noorden en een ‘zeuro’ voor het zuiden. Zelfs de optie van het geheel afschaffen van de muntunie wordt geopperd. Geert Wilders heeft zich bijvoorbeeld al gecharmeerd getoond van het herinvoeren van de gulden. Wat is nu de beste optie?

Het antwoord op deze vraag werd al op 5 augustus 1943 uitgesproken door de Fransman Jean Monnet. Als lid van het Franse Nationale Bevrijdingscomité in ballingschap pleitte hij destijds namelijk voor het creëren van een supranationale unie van Europese staten.

Jean Omer Marie Gabriel Monnet werd op 9 november 1888 geboren in een familie van cognacmakers en -handelaars. Omdat Monnet geen al te beste student was, zette zijn vader hem al op zestienjarige leeftijd aan het werk voor het familiebedrijf. Hij stuurde Jean naar het Verenigd Koninkrijk om daar Engels te leren en er de familiecognac aan de man te brengen. Na twee jaar reisde Monnet door naar Canada en de VS om ook daar cognac te verkopen. De daaropvolgende jaren reisde hij zo’n beetje de hele wereld over.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog ging Monnet voor de Franse regering werken en richtte zich vooral op de vraag hoe de economische samenwerking binnen Europa kon worden bevorderd. Hij begon steeds meer te beseffen dat de oorlog mede een gevolg was van het naast elkaar bestaan van een groot aantal kleine, soevereine natiestaten. Monnet pleitte daarom steeds intensiever voor internationale samenwerking en werd na de oorlog benoemd tot plaatsvervangend secretaris-generaal bij de Volkenbond. Maar omdat hij al snel gefrustreerd raakte door het trage besluitvormingsproces bij deze voorloper van de VN besloot Monnet zich na een paar jaar weer in het zakenleven te storten.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd Monnet opnieuw politiek actief. Hij werkte een groot deel van de tijd in de VS, onder andere als adviseur van president Roosevelt. Later werd hij lid van het Franse Bevrijdingscomité. In de loop van de oorlog raakte hij er nog meer van overtuigd dat er nooit langdurige vrede zou zijn als de Europese staten niet een deel van hun soevereiniteit zouden overhevelen naar een supranationale instelling. Zonder een dergelijke bovenstatelijke instelling om geschillen te beslechten zou er volgens hem altijd het risico van een oorlog bestaan. De enige oplossing was volgens Monnet dan ook een federatie: een soort Verenigde Staten van Europa.

Schumanplan

Dit idee kwam het duidelijkst naar voren in het Schumanplan, de verklaring die heeft geleid tot het ontstaan van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal, de Europees Economische Gemeenschap, de Europese Gemeenschappen en uiteindelijk de Europese Unie. Monnet was de belangrijkste man achter het Schumanplan en al zijn ideeën over een supranationaal Europa waren erin uitgewerkt. Hoewel Monnet de totstandkoming van de uiteindelijke EU met zijn interne markt nooit heeft mogen meemaken – hij overleed in 1979 – zou hij zeker niet ontevreden zijn geweest over de steeds verder toegenomen politieke en economische integratie sinds de jaren tachtig.

Maar het proces van Europese integratie lijkt met de eurocrisis een keerpunt te hebben bereikt. De euro staat bijna op springen en de verhoudingen tussen de lidstaten verslechteren. Theoretisch gezien zijn er twee oplossingen denkbaar. De eerste is volledige desintegratie. Dit betekent dat de EU wordt opgeheven, alle supranationale instituties worden opgedoekt en iedere Europese staat weer met zijn eigen munt gaat betalen. De tweede mogelijke oplossing is verdere politieke integratie. De EU wordt dan een politieke federatie waarin veel macht naar Brussel is overgeheveld. Dit is het pad dat Monnet voor Europa had uitgestippeld.

De meeste economen zijn het erover eens dat de eerstgenoemde oplossing in de praktijk niet werkt. De lidstaten van de EU zijn economisch inmiddels zo sterk verweven dat er geen weg terug meer is. Markten en bedrijven trekken zich steeds minder aan van de lidstaten. Het zou in deze situatie onzinnig zijn om Europa op te knippen en terug te keren naar de nationale munten. Bovendien zou het opbreken van de eurozone economisch gezien vele malen nadeliger zijn dan het in stand houden ervan.

De directeur van het Centraal Planbureau, Coen Teulings, stelde onlangs bij de presentatie van het rapport Europa in crisis dat hoewel de euro de Nederlander niet zo veel heeft opgeleverd, de herinvoering van de gulden gigantisch veel zal kosten. Ook de introductie van een aparte munt voor Noord-Europa raadt hij af. Los van alle praktische rompslomp die de invoering van een nieuwe munt met zich meebrengt, zou de neuro snel in waarde stijgen en dus een negatieve invloed hebben op de export.

Aangezien het afschaffen van de euro geen optie is, zullen we ervoor moeten zorgen dat de muntunie optimaal kan functioneren. De crisis heeft ons geleerd dat dit alleen mogelijk is wanneer er een supranationale instantie is die de lidstaten kan dwingen zich aan hun afspraken te houden. De enige keus die we hebben is dus verdergaande politieke integratie, met als eindpunt een Europese federatie zoals Monnet die voor ogen had.

Moderne Monnet gezocht

De politieke leiders van de Europese lidstaten moeten daarom drie structurele veranderingen doorvoeren. Ten eerste zullen ze hun eigen landsbelangen opzij moeten schuiven en moeten handelen in het belang van de gehele eurozone. Alleen door meer bevoegdheden aan instellingen van de EU over te hevelen, kan de muntunie naar behoren functioneren.

Ten tweede zullen ze hun best moeten doen om de EU slagvaardiger te maken en te democratiseren. Burgers kunnen alleen enthousiast worden gemaakt voor de EU wanneer de unie politiek-bestuurlijk goed functioneert en burgers daadwerkelijk invloed kunnen uitoefenen op de besluitvorming. Dat betekent onder andere: het Europese kiesstelsel veranderen, het Europees Parlement meer invloed geven, de Europese Commissie verkleinen en de macht van de Europese Raad terugbrengen.

Ten derde zullen ze leiderschap moeten tonen en hun kiezers uit moeten leggen waarom meer politieke integratie de enige uitweg uit deze crisis is. De tijden van het kritiekloos volgen van de publieke opinie moet maar eens afgelopen zijn. Echte leiders durven onomwonden te kiezen voor Europa en het debat met de kiezers hierover aan te gaan. Zijn er nog politici in Europa die zich een moderne Monnet durven tonen?

 

Categorie: Publicaties Republikein

Gepubliceerd: Thursday, December 1st, 2011

Reacties niet toegestaan.

© 2013 Matthijs RooduijnContact • Driven by WordPress • Design by Tim de Gier • Hosting by OxilionTypekit colofon • Etc